Spelvisie

Bij Scouting ligt het accent op het buitenleven. Als het weer het toelaat doen we zoveel mogelijk allerlei spelen, sporten en andere activiteiten, buiten.  De verschillende activiteiten kunnen worden samengevat in het woord SCOUTS:  Samenwerken, Code en traditie, Outdoor, Uitdaging, Teamgevoel, Sport en creativiteit.

Wat Scouting anders maakt dan de meeste andere jeugdverenigingen is:

  • het aanbod van veel verschillende activiteiten,
  • het samenwerken in groepsverband,
  • toenemende zelfstandigheid.

Activiteitengebieden

Er zijn acht verschillende activiteitengebieden binnen Scouting, waarmee de programma’s worden samengesteld.

scoutingtechnieken expressiesport en spel buitenlevenidentiteit internationaal

Toelichting activiteitengebieden

  1. Uitdagende Scoutingtechnieken:
    activiteiten rondom een techniek, zoals hakken, stoken, kaart en kompas, routetechnieken, pionieren en kamperen
  2. Expressie:
    activiteiten waarmee je je kunt uitdrukken, zoals dansen, filmen, handvaardigheid, toneelspelen
  3. Sport & Spel:
    sporten, estafettespelen, renspelen, gezelschapsspelen en teamspelen
  4. Buitenleven:
    activiteiten rondom het beleven van de natuur en overleven in de natuur, zoals survival, kennis van plant en dier, milieu, natuurbeheer en weer
  5. Identiteit:
    activiteiten die te maken hebben met wie je zelf bent (zelfbeeld), je levensovertuiging en de identiteit van je groep
  6. Internationaal:
    activiteiten rondom kennis over Scouting wereldwijd, internationale uitwisselingen en andere culturen
  7. Samenleving:
    activiteiten die te maken hebben met je eigen omgeving, het cultureel erfgoed en de maatschappij (maatschappelijke participatie)
  8. Veilig & Gezond:
    activiteiten rondom voeding en veiligheid: EHBO, koken

Doorlopende leerlijn

In het Scoutingprogramma zit een opbouw van jong tot oud waarmee aangesloten wordt bij de ontwikkeling die meiden en jongens doormaken. Deze opbouw wordt de doorlopende leerlijn genoemd en omvat diverse elementen. De doorlopende leerlijn omvat de volgende elementen:

  1. Het progressiesysteem: het geheel aan insignes van alle speltakken.
  2. Leefwereld: dit element gaat over de steeds groter wordende wereld van kinderen.
  3. Jeugdparticipatie: het actief betrekken van kinderen en jongeren bij beslissingen over en vormgeving van hun eigen speltak.
  4. De progressiematrix: een overzicht van de invulling per speltak van de verschillende activiteiten die vallen onder de acht activiteitengebieden.
  5. Subgroepen: deze worden ingezet als een manier van samenwerken binnen de speltak.
  6. Wet & belofte: hierin wordt de basis van de manier waarop we met elkaar omgaan binnen Scouting verwoord.
  7. Afnemende begeleiding en toenemende zelfstandigheid.

Het kamperen

Kamperen is een centrale activiteit van Scouting. Veel van de aangeleerde kennis en de verworven vaardigheden komen hierbij tot hun recht. De wekelijkse activiteiten vormen daarom een voorbereiding op het kamp. Elke speltak heeft zijn eigen manier van het houden van een (zomer)kamp. De welpen gaan meestal op bivak. Zij verblijven gedurende een lang weekend of enkele dagen in een clubhuis. De leiding zorgt voor de maaltijden. Vaak worden de spelen opgenomen in een speciaal thema, dat als een rode draad door het hele programma is geweven.

De scouts gaan “echt” op kamp. Zij verblijven tenminste een week op een speciaal scouting kampeerterrein. Hier staan geen kantines of recreatieruimten. De scouts maken alles zelf. Elke patrouille heeft een eigen uitrusting, waarmee de scouts een eigen keuken kunnen bouwen, compleet met tafel en zitplaatsen. Er is een eigen patrouilletent. Op een centrale plek worden er voorzieningen als een foeragetent, een materialentent en (indien niet aanwezig) een was- en douchegelegenheid neergezet. Uit de foeragetent krijgen de patrouilles de ingrediënten voor de maaltijden; koken doen ze zelf! Je moet dus goed voorbereid zijn voor een echt scoutskamp.

De Explorers blijven niet graag dicht bij huis. Zij maken tijdig plannen om op expeditie te gaan. Vaak gaan die expedities naar het buitenland. Bijvoorbeeld Zweden, Duitsland of Tsjechië. Soms wat luxer, soms eenvoudiger waarbij je nog meer op je Scouting skills wordt getest.