Uittreksel uit het dagboek van H62

Onderstaand een uitreksel uit het dagboek van H62, die we in onze archief hebben teruggevonden en gedigitaliseerd.

Zondag 6 februari ’44

…… Terwijl ik me aan het scheren was – ik moest om 8 uur S 62 van de trein halen – kwam een jongen van Gosselink een briefje brengen voor G.V. Of deze direct even wilde komen. Mina dacht meteen dat er weer een piloot zou wezen en liet mij het briefje zien. Ik besloot er maar direct heen te gaan. Toen ik er aankwam zat er inderdaad een piloot bij het fornuis. G. vertelde, dat de man ’s morgens vroeg bij hem aangeklopt had. Hij had hem binnengelaten en wat eten gegeven. Ik ben toen wat vooruit gereden, terwijl G. met de piloot een twee honderd meter achter me aankwam. Bij de Foster zijn ze ongezien over de beek gekomen. Daar heb ik de piloot verder gebracht naar Huis ten Bosch, waar ik hem, om hem gerust te stellen, mijn P.V. (padvinders) insigne liet zien. Dit snapte hij direct. Daarna heb ik D.J. opgehaald. Deze is meegegaan en heeft met hem gepraat.
Het bleek, dat hij in de nacht van vrijdag 4 febr. en zaterdag 5 febr. op de terugweg van Frankfurt, ten O. van Winterswijk door luchtafweer in de brand was gestoken. De machine brandde in de neus en in de linker vleugel, Al 12 inzittenden waren afgesprongen. Hij had echter Van zijn kameraden had hij echter niets meer gezien. Hij was ’s nachts gaan lopen in W. richting. Afgelopen nacht was hij doodmoe en koud bij G. in de hooiberg gekropen; hij had erge slaap. Ik heb in het H.t.B een kachel aangemaakt en wat koffie, scheergerei en zeep voor hem gehaald. Toen ik thuis kwam was S62 er al. Hij vertelde dat bij S.K. huiszoeking was gebeurd en zij ( de Duitsers) hem wilden arresteren. S.K. was echter bijtijds ondergedoken. Direct na het eten ben ik de Amerikaan eten gaan brengen. Hij sliep. Ik heb de pan toen op de kachel gezet, onderwijl was hij wakker geworden. ’s Middags ben ik weer eens gaan kijken, het eten had hij half opgemaakt. De J. was ook bij hem. De piloot vertelde graag naar België, om dan via Frankrijk en Spanje, naar Gibraltar te gaan. Ik heb J. voorgesteld om hem door een “goede” marechaussee geboeid met de trein weg te brengen. Dit keurde de J. goed. Ik heb toen S62 een briefje voor B43 meegegeven , waarin ik hem vroeg om zo mogelijk X 2 en of M. hier naar toe te sturen voor een transport. Als er geen kans was om te komen, zou S62 een telegram sturen met de tekst “ De boeken zijn niet te krijgen ”, Wij moesten dan naar wat anders uitzien. De Amerikaan vertelde nog aan De J. dat hij, nadat het vliegtuig brandde, eerst zijn kameraden had laten afspringen. Daarna had hij de machine een eindje van Winterswijk aan de grond gezet. Hij was toen eerst een stuk gaan lopen om zich daarna schuil gehouden in het bos. ´s Avonds is hij toen om plm. 7 uur op de maan en sterren in w richting gelopen. Ook had hij onderweg bij een boer zijn lederen jas voor een oude Nederlandse militaire jas verruild en had hij een oude hoed gekregen. Zo was hij doodmoe bij G. in de (hooi)berg gekropen. Bij G. heb ik nog een burgerjasje voor de piloot opgehaald. Toen G.V. ´s avonds thuiskwam, keek deze natuurlijk raar op dat er weer een piloot was.

Maandag 7 februari ’44

………….. ´s Morgens zijn G.V. en ik (H62) eerst naar H.t.B. gegaan om de piloot wat drinken te brengen en wat water om zich te wassen…….Bij het kasteel sprak ik de J. die me zei dat hij de piloot vanmorgen een broek en hollands geld gebracht had. Wij hadden hem vanmorgen een biljet van 100 francs gebracht, dat we nog van de vorige piloot hadden. ´s Middags heb ik de schoenen van de Amerikaan opgehaald om te laten drogen, zwart te maken en van nieuwe zolen te voorzien. ´s Avonds zijn Gert en ik naar H.t B. gegaan om de schoenen te brengen. Toen we er net waren, kwamen ook de beide freules, deze kenden allebei Engels. De Amerikaan vertelde dat hij uit Texas kwam en reeds twee jaar voor de oorlog in beroeps militaire dienst was.
Voordien was hij onderwijzer. Hij zei o.a. dat hij commandant (was) van 2 groepen van 30 Vliegende Forten en dat ze, wanneer ( er) over bezet gebied gevlogen werd, op 8000 meter hoogte vlogen. Dit was zijn 19e vlucht naar Duitsland geweest, zijn toestel was bewapend met 12 mitrailleurs. Zij gingen alleen overdag naar Duitsland, terwijl de jagers nu helemaal met hun mee gingen. Verder beloofde hij mij na de oorlog voor een logeerpartij bij hem op te halen per vliegtuig. Ook zou hij, wanneer hij goed overkomt, alles wat hij nu van ons krijgt zoals thee, cacao, koffie, fietsbanden enz. per parachute afwerpen bij ons. Ik heb hem doen weten, dat hij dan meteen maar wat pistolen, radioapparatuur moest uitgooien. Om plm. 10 uur zijn we naar huis gegaan. Ik heb vandaag geen telegram gekregen dus verwacht ik eerdaags X 2 of D.M. hier om de piloot weg te brengen.

Woensdag 9 Februari ’44

………….Ondertussen is de freule geweest om te horen of ik iets uit Zwolle gehoord had. Ik ben toen naar het kasteel gegaan, om de freule te zeggen dat ik vanmiddag naar Zwolle wou om te horen hoe het er mee zit omdat er toch nog geen bericht of politie gekomen is. Ik besloot echter eerst de post af te wachten. Dit was maar goed ook, want per post kreeg ik van S62 een brief, waarin deze schreef dat hij pas maandagavond contact met B43 had kunnen krijgen. B43 kon pas dinsdag weer aan het plan verder werken door X 2 en of D.M. in te lichten. Het zou echter wel in orde komen, al is het dan niet zo vlug als wij wel wensten. Ik heb hem terug geschreven dat ik de brief ontvangen had.

Donderdag 10 februari ’44

……….. Thuis gekomen bleek hier dat X 2 en meneer Bos gekomen waren om te overleggen wat er met de Amerikaan gebeuren moest. De Amerikaan werd getest om te kijken of hij wel werkelijk een Amerikaan was. Dit bleek in orde te zijn. Bij verdere besprekingen werd afgesproken, dat X 2 en M.B. eerst met de baas ( B 43) zullen overleggen omtrent het contact in Amsterdam waarmee de zaak verder geregeld zou worden en dat omstreeks volgende week donderdag X 2 of M.B. de piloot zou ophalen en hem aan het Amsterdamse contact zal doorgeven, al of niet als “arrestant”. ’s Avonds ben ik naar H.t.B. gegaan. Hier was de freule ook. We hebben van de Amerikaan een heleboel bijzonderheden over Texas, Mexico en Canada gehoord. Over de Indianen en de Trappers bij de Hudson Baai wist hij verschillende dingen te vertellen.

Zaterdag 12 februari ’44

………. Toen ik thuis kwam, vertelde Mina dat M.B. gekomen was om van de Amerikaan een paar opnamen te maken voor een paar (pas)foto’s. Hij zou een pas krijgen voor Nederland en België. Ook wou hij hem de maat nemen voor een pak en schoenen. B. vertelde ook nog dat zijn Amsterdamse contact ook reeds verbindingen had met 4 Amerikanen die van hetzelfde toestel zijn afgesprongen als
“onze” piloot. ’s Avonds hebben we de piloot overgebracht naar de K XVIII.

Maandag 21 Februari ’44

……… Het is de bedoeling, dat ik vrijdag om half tien ’s avonds aan het station ben om Bos te halen. Deze slaapt dan bij ons in K XVIII en brengt zaterdag morgen de piloot naar ZW, waar hij hem aan zijn Amsterdams contact over zal geven.

Vrijdag 25 Februari ’44

………Ik ben plm. half negen naar H.t.B. gegaan, in afwachting van B. welke Gert van de trein zou halen. Om plm. half tien kwam Gert echter met een telegram, dat zojuist gekomen was, in H.t.B. Daarin stond: “Kan wegens ziekte vanavond niet komen nader bericht volgt. Jan”
Dit was voor ons en voor de Amerikaan een bijzonder grote teleurstelling. We hadden alles mooi voor elkaar en nu is er vermoedelijk wat anders tussen gekomen, waardoor de piloot niet weg kan maar we zullen afwachten wat nu weer komt.

Dinsdag 29 Februari ’44

………..In Zw. aangekomen zijnde, hoorde ik van B. , dat hij j.l. vrijdag de piloot niet kon komen halen, omdat ten eerste, 2 van de beste illegale werkers, die ook voor doorzending van de piloot zouden zorgen, bij het bombardement van Nijmegen zijn omgekomen, ten tweede het A’damse contact dat de piloot van B. over zou nemen, gearresteerd was, omdat in zijn huis te Nijmegen 2 Engelsen en zijn vrouw met kind, door het bombardement de dood hebben gevonden. De twee Engelsen zijn herkend aan hun identiteitsplaatje. Deze week zou er echter over beslist worden, hoe of de piloot zou weggaan. Wanneer het zover is dat B. “onze” piloot zal halen, dan krijgen we eerst een telegram waarin staat “Vader ernstig ziek overkomst gewenst.” A.J.V.

Zaterdag 11 maart ’44

……….. Om 8 uur was ik in Zw. en ben direct doorgegaan naar Bea, die niet thuis was, Maar na een half uurtje kwam ze thuis. Zij liet mij een P.B. (persoonsbewijs) zien van “onze” piloot, dat hij van de “Kwezel” had. Deze “Kwezel” is een heel jofele kerel volgens B. doch veel te laks. Van het P.B. deugde ook nog niets. Hij wilde nu zien dat hij de piloot door middel van Tom weg kreeg. Deze werkte veel vlugger. Ik zou maandag nog even terugkomen daar B. dan wel contact met Tom gehad zou hebben en kunnen we definitief afspreken wanneer hij de piloot zou halen.

Maandag 13 maart ’44

………. Daarna ben ik naar B. gegaan, waar Tom weer weg ging. We zijn samen, toen het donker was, naar X 2 gegaan en hebben daar overlegd dat X 2 met B. mee zal gaan om de piloot weg te brengen en hun met zijn papieren en zijn pistool te dekken, als er iets misgaat. Wanneer X 2 voor donderdag een persoonsbewijs voor de piloot uit R’dam kan krijgen, zullen ze hem aanstaande zaterdag halen. Kan dit niet, dan zal B. via Tom een persoonsbewijs krijgen en wordt hij maandag 27 maart gehaald. B. zal een telegram zenden als hij de piloot komt halen, met de tekst: “Vader ernstig ziek overkomst gewenst” A.J.V. Dan weet ik dat hij en X 2 ’s avonds met de laatste trein hier aankomen. We zullen dan met een paar fietsen aan het station zijn.

Dinsdag 14 maart ’44

……Van Zw. naar V. gereisd en aldaar in H.t.B. het resultaat van mijn bezoek aan Zw. meegedeeld.

Zaterdag 25 maart ’44

……….. Nadat ik de piloot voor de zoveelste maal het ontbijt gebracht had, kwam ik thuis. Daar lag een briefje van B. met het bericht dat deze a.s. maandag op de afgesproken tijd hier komt om de piloot te halen. ’s Avonds ben ik nog even naar de piloot geweest die erg blij was dat hij a.s. dinsdag op transport gaat.

Maandag 27 maart ’44

……….. daarna ben ik met twee fietsen naar het station gegaan. Om plm. half tien kwam de trein uit Zutphen binnen. B. was alleen, X 2 was niet meegegaan omdat de piloot toch al doofstom was en met het volgsysteem weggaat. Ook is het niet nodig dat B. het pistool meeneemt. We zijn plm. half elf naar H.t.B. gegaan, waar de freule ook was. B. heeft de vingerafdrukken van de piloot genomen voor zijn P.B. en hem geleerd zijn handtekening te zetten op zijn stamkaart en P.B. en hem gezegd hoe hij B. moest volgen. We zijn toen naar de K XVIII gegaan.

Dinsdag 28 maart ’44

………. Vanmorgen zijn we plm. kwart voor 5 opgestaan. Ik heb direct de piloot uit H.t.B. opgehaald. Deze stond reeds te wachten. Hij heeft zich bij ons gewassen en geschoren en een boterham gegeten. Om kwart over zes zijn de piloot en B. opgestapt. Ik ben een kwartier later naar V. gegaan om een kaartje voor de piloot te kopen. Ik kwam ze weer tegen bij Klein Garmel, waar ik afscheid van de piloot heb genomen. Met B. sprak ik af dat ik a.s. donderdag naar Zw. zou komen om ……….

Zaterdag 22 april ’44

…………’s Avonds ben ik even thuis geweest, waar ik S 62 en V4 ook trof. S 62 vertelde mij, dat hij op de Belgische zender gehoord heeft, dat die het bijzondere bericht doorgaf : “Oppassen, beter een vogel in de hand, dan tien in de lucht.” Misschien is dit van “onze piloot “, want we hadden afgesproken, dat hij dit voor “Radio Oranje” zou laten zeggen. Maar deze zenden geen code berichten meer uit, zodat hij het misschien via de Belgische geregeld heeft.

Lees meer over de geschiedenis van Scouting D.G.A.